Wat is de betekenis van Monade?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monade

[Fr., van Lat. monas, Gr. hè monas, -ados = de eenheid] ondeelbare grondeenheid (spec. in filosofie van Leibniz).

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Monade

ondeelbaar bestanddeel van een stof

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Monade

monade, enkelvoudig wezen.

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Monade

monade, ondeelbare eenheid; oerlichaam.

2024-04-29
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

monade

enkelvoudig wezen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monade

(<Gr.), v. (-n), (wisk., wijsb.) eenheid, ondeelbaar bestanddeel der stof.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

monade

v. -n; eenheid, ondeelbaar bestanddeel der stof; infusiediertje.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

monade

(mo'na:dә) v. (-n) enkelvoudig wezen nl. 1. infusiediertje, puntdiertje. 2. Wijsb. enkelvoudig, geestelijk of geestelijk en lichamelijk wezen, als laatste, ondeelbaar bestanddeel der wereld.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Monade

Monade - (van ’t Grieksche woord „monas”, eenheid, reeds voorkomend bij den wiskundige Euklides, verder bij de Pythagoraeërs en Plato), is een door Bruno en Leibniz in zwang gekomen metafysische term ter aanduiding van een substantieele eenheid, een enkelvoudig wezen, dat als niet-uitgebreid, niet samengesteld, onstoffelijk en als geestelijke krach...