Gepubliceerd op 23-02-2021

Mohammed (turkije)

betekenis & definitie

naam van een viertal turksche sultans:

1) M. I, sultan van 1413—21, geb. 1387, handhaafde zich na den dood zijns vaders, Bajazet I, in 1403 als vorst van Amasia in Klein-Azië en veroverde in den strijd tegen zijn broeders Soliman en Isa Klein-Azië met de hoofdstad Brussa, overwon en doodde in 1413 ook zijn laatsten broeder Musa, sultan van Adrianopel, en verkreeg zoo de alleenheerschappij over het osmaansche rijk. Hij overl. 1421, nadat hij het door Timoer geschokte rijk weder bevestigd en vereenigd en zijn heerschappij in Europa tot aan den Donau uitgebreid had; hij onderdrukte ook verschillende opstanden en was een krachtig en verstandig heerseher.
2) M. II, bijgenaamd el-Ghasi (de veroveraar), ook Bujuk, d. i. de Groote, sultan van 1451 —81, zoon en opvolger van Amurat II, geb. 1430 te Adrianopel, begon 1453 met 160.000 man landtroepen en 400 schepen de belegering van Konstantinopel, dat na een insluiting van 53 dagen door een stormaanval (29 Mei) genomen en verschillende dagen aan de plundering prijs gegeven werd. Na den val der stad, die door M. tot hoofdzetel van zijn rijk gemaakt en weldra weder versterkt werd, vernietigde M. de beide nog bestaande grieksche heerschappijen der Paleologen in Morea en der Comnenen in Trebizonde, voerde bloedige oorlogen met den hongaarschen rijksstadhouder Joh. Hunyadi, onderwierp Servië na den dood van den despoot George Brankovic, evenals het koninkrijk Bosnië, streed met Skanderbeg van Albanië, met Walachije, met Venetië, dat Eubea en Scutari in Albanië, zoomede met Genua, dat Kaffa aan hem moest afstaan. Ook dwong hij de Tataren in de Krim, zijn vazallen te worden. De oorlogen in Perzië verhinderden hem, zijn krijgsgeluk verder tegen de christenen te beproeven. Wel viel hij 1480 het eiland Rhodus aan, doch werd door de Johanniterridders teruggeslagen. Hierop keerde hij zijn wapens tegen Napels en reeds hadden zijn troepen Otranto ingenomen, toen hij 1481 overleed.
3) M. III, sultan van 1595—1603, zoon en opvolger van Amurat III, geb. 1566, verzekerde zich van den troon met ongehoorde wreedheid door het vermoorden van zijn 19 broeders, veroverde 1596 Erlau in Hongarije en voerde nog jaren lang bloedige oorlogen, doch zonder succes, tegen Oostenrijk. In de laatste jaren zijner regeering stond voor het turksche rijk een machtig tegenstander op in den perzischen sjah Abbas den Gr. (zie ald.). M. overl. 1603.
4) M. IV, sultan van 1648—91, zoon van den door de Janitsaren vermoorden sultan Ibrahim, kwam als zevenjarige knaap, onder voogdijschap zijner grootmoeder, op den troon. Voortdurende hof- en serail-intriges verlamden de krachten van het nog altijd machtige rijk. De grootviziers Koprili (zie ald.) verwierven wel is waar weer roem voor de turksche wapenen in den strijd tegen Venetië en Polen, doch Kara Mustapha (zie ald.), de opvolger van Achmed Koprili, leed 1683 voor Weenen een beslissende nederlaag. Toen de oorlog tegen de heilige Liga (keizer Leopold I, Venetië, Polen en Rusland) tot tal van nederlagen en het verlies van Morea en Hongarije leidde, kwam het leger in opstand en bracht den sultan ten val, die *1687 in de gevangenis werd geworpen en 1691 daarin overleed.

< >