Fransch landhuishoudkundige, geb. 18 Febr. 1816 te Berlijn, studeerde te Parijs, Bonn en Gieszen in philosophie, staatswetenschappen,geschiedenis en aardrijkskunde, kreeg in Maart 1844 een post bij hetfransche ministerie van landbouw, werd in 1852 onderchef van het statistisch bureau en wijdde zich kort daarop geheel aan letterkundigen arbeid. Hoofdwerken: Des charges d'agriculture dans les divers pays de VEurope (1850).
Dictionnaire de Vadministration française (1856, 3dc druk 1895), Dictionnaire général de la politique (1864), Petit manuel d'économie pratique (1871) enz. In 1856 richtte hij mot Guillaumin een Annuaire de Véconomie politique et de la statistique op, dat hij in 1865 alleen begon uit te geven. Zijn overige geschriften dragen meer een populair karakter, als L’Impôt, Le Budget, L'Agriculture, L’Industrie, Le Commerce. Van zijn laatste geschriften zijn te noemen : Les théoriciens du socialisme en Allemagne (1872), Les progrès de la science économique depuis Adam Smith (1890), Les suites d’une grève (1891).
