(marchese) Ital. staatsman en schrijver, geb. 24 October 1798 te Turijn, overl. te Milaan 15 Jan. 1866. Na korten tijd als kavalerie-officier te hebben gediend, wijdde hij zich eenigen tijd aan de schilderkunst en legde zich vervolgens op de studie der geschiedenis toe.
In 1830 vestigde hij zich te Milaan, geraakte op voet van vriendschap met Manzoni en huwde met diens cfochfer; hij schreef onder Manzoni’s invloed twee romans, Ettore Fieramosca (1833) en Niccolo de' Lapi, waarin hij het patriotisrne zijner medeburgers zocht wakker te schudden; hij was een ijverig aanhanger der nationalistische hervormingspartij en schreef meerdere vlugschriften totdat hij ten slotte gedwongen was te vluchten; in 1848 streed hij in het korps vrijwilligers tegen Oostenrijk en werd bij Vicenza zwaar gewond. In Mei 1849 droeg Victor Emanuel II hem het vormen van een ministerie op, waarin hij zelf de portefeuille van buitenland nam en tevens minister-president werd, tot hij in Nov. 1852 door Cavour werd vervangen. Toen in 1859 de vrijheidsoorlog opnieuw uitbarstte, werd A. als commissaris des konings naar Bologne gezonden; na den vrede van Villafranca werd hij ambassadeur te Londen, voorts prefect van Milaan. Hij ijverde krachtig voor verheffing van Florence tot hoofdstad van Italië.