1) Eiland in de Zuiderzee, bij Monnikendam, N.-Holl. Het bestaat uit kleiland en wordt niet door dijken maar slechts door lage kaden beschermd zoodat het bij hooge vloeden overstroomt.
Dientengevolge zijn er ook meermalen gedeelten van weggeslagen. Ten einde aan de hooge watervloeden weerstand te kunnen bieden, zijn de huizen op hoogten gebouwd, werven genaamd, waarheen men langs houten trappen opklimt. Wapen v. Makken. Een dier werven bevat het dorp Monnikenwerf. De andere vormen de buurtschappen Grootewerf, Kets en Nieuwe-Buurten, benevens de gehuchten Moeneswerf, Wittewerf en Rozenwerf.
Vroeger bestonden de meeste bewoners van het eiland van veeteelt en zuivelbereiding. Tegenwoordig is visscherij het hoofdbedrijf, waarbij ook de scheepvaart in aanmerking komt. Er is slechts weinig rundvee, maar men vindt er veel schapen. De kleeding en de inrichting van het huishouden is geheel eigenaardig en de voorvaderlijke zeden worden nog steeds in eere gehouden. Dit is de reden, dat het eiland druk door vreemdelingen uit alle landen wordt bezocht. Overleveringen zeggen, dat M. eens aan Waterland was verbonden.
Het was echter reeds een eiland, toen in 1232 de eene helft van M. door schenking aan de abdij Mariëngaarde bij Leeuwarden kwam. In 1251 kwam die abdij door aankoop ook in het bezit van de andere helft van M. Een lusthof van die abdij verrees weldra, Markerhoofd genoemd, doch die instelling nam een einde, nadat graaf Willem IV in 1344 met de Friezen in onmin was geraakt. De roerende goederen werden verkocht en de kloostergoederen aan de Amsterdammers en Waterlanders verpacht; in 1316 werden ook deze verkocht, waardoor de meeste landen in het bezit kwamen van Amsterdamsche geslachten.
2) M.-Binnen, dorp in de gemeente Uitgeest, N.-Holl.