Gepubliceerd op 23-02-2021

Mandragora

betekenis & definitie

Juss., plantengesl. van de fam. der Solanaceeën, met een klein getal soorten, die inheemsch zijn in de landen rondom de Middell. zee; het zijn stengellooze, overblijvende planten, die op een grooten, veelkoppigen, vleezigen wortelstok ovale of lancetvormige bladen en een menigte gesteelde bloemen ontwikkelen. De wortelstok van M. officinalis is bekend onder den naam alruin (zie ald.).

< >