Gepubliceerd op 23-02-2021

Mainz

betekenis & definitie

duitsche stad en vesting, in het groothertogdom Hessen-Darmstadt, prov. RijnHessen, aan den Rijn, die hier de Main opneemt, 5 uur n.w.

Darmstadt; een schipbrug en een spoorbrug verbinden de stad met hare voorstad Kastel, doorgaans Kassei geheeten, door welke de spoorweg van Frankfort naar Wiesbaden loopt, met de voortzetting over het Westerwald naar Deutz; andere spoorwegen stellen de stad met Bingen, Mannheim, Darmstadt en Aschaffenburg in verbinding. Bovendien onderhoudt M. drukke stoomvaartverbindingen met Frankfort, Keulen, Coblentz, Mannheim en Straatsburg. Na den fransch-duitschen oorlog in 1870—71, zijn de vestingwerken naar den kant van ’t Gartenfeld opgeschoven en is destad tweemaal zoo groot geworden. M. is ouderwetsch en onregelmatig gebouwd, met vele nauwe en eenige schoone en breede straten. De voornaamste gebouwen zijn de Domkerk uit de 10de eeuw, met de monumenten van den dichter Frauenlob en van vele aartsbisschoppen van Mainz, het oude keurvorstelijk paleis, met prachtige kabinetten, schilderijenzaal, en bibliotheek, het oude paleis van de teutonische orde, nu het paleis van den groothertog, het bisschoppelijk paleis, de schouwburg. Bezienswaardig zijn nog de stadsbibliotheek met 110.000 deelen, het museum van germaansche en romeinsche oudheden, het kabinet van medailles en natuurlijke historie, de verzameling van mathematische en physische werktuigen, enz. Dicht bij de stad de lusthuizen Laubenheim, Zahlbaeh, met de ruïnen van een romeinsche waterleiding, Weissenau, enz. M. is de zetel van een bisschep, van de centrale bonds-commissie voor de Rijnscheepvaart, heeft een gymnasium, een bisschoppelijk seminarie en had vroeger ook een universiteit, die in 1802 werd opgeheven.

Ofschoon hare vestingwerken nadeelig op het verkeer op de rivier werken, is M. toch nog de voornaamste handelsstad in het groothertogdom, en na Keulen was zij ook lang de eerste in W.Duitschland voor de Rijnproducten, daar zij een aanzienlijken handel heeft in koren en wijn, maar door de ondersteuning, die Mannheim van de Badensche regeering ontving, werd zij door deze stad geheel overvleugeld. Hare fabrieken leveren Rijnwijnen, tabak, bier, leder, muziek- en mathematische instrumenten, metaal- en porceleinwaren, enz. Onder het eerste fransche keizerrijk was M. de hoofdplaats van het departement Mont-Tonnerre. In 1815 werd zij aan Hessen-Darmstadt afgestaan; 84.000 inwoners.

< >