Gepubliceerd op 23-02-2021

Maine

betekenis & definitie

1) Oude prov. dn het w. van Frankrijk omvattende de tegenwoordige dep. Sarthe en Mayenne.

2) Fransche rivier, dop. Vendée, ontstaat n.o. Napoleonville (Bourbon-Vendée) en valt na een loop van 9 uur in de Sèvre Nantaise.
3) Fransche rivier, dep. Maine-etLoire, ontstaat uit de vereeniging van de Mayenne en Sar the, en valt in de Loire.
4) N.-o. staat van de Ver. Staten, begrensd door Neder-Canada, New-Hampshire, den Atlantischen oceaan en Nieuw-Brunswijk, groot 1550 Q mijlen. Hier begint N.-Amerika’s meren-gebied, dat zich naar het w. uitstrekt; Vu van de oppervlakte van Maine bestaat uit water. De kust is steil en hoog, doch heeft veel fjorden, uitmuntende havens en baaien; ook liggen er veel eilandjes. De bodem, is meest heuvelachtig, boschrijk en waterrijk; de berg Katadin verheft zich tot 1572 m. Het klimaat is over het geheel koud, maar gezond. De voornaamste rivieren zijn: de St. Croix, die gedeeltelijk de o. grens met Nieuw-Brunswijk vormt, de Penobscott, de Kennebec met den Androxoggin en de St. John met de Arorstolk. De hoofdproducten van M. zijn: graan, fijne vruchten, appelen, vlas; rundvee, schapen; ijzererts en lood. De inwoners bestaan van vischvangst, scheepsbouw en de fabricatie van wollen stoffen. M. heeft meer goede havens dan eenige andere staat van de Ver. Staten, is gunstig voor den handel gelegen en heeft een uitgebreid spoorweg-net. De voornaamste steden zijn: Augusta, Portland, Bangor, Bath en Hallowell. M. werd in 1630 het eerst gekoloniseerd en vormt sedert 1820 een zelfstandigen staat; 695.000 inw.

< >