(ulcus ventriculi) epitheeldefect van het maagslijmvlies, op een of meerdere plaatsen van den maagwand optredend, vooral bij bloedarme meisjes — maar ook bij mannen — wier maag een sterk zuur maagsap afscheidt. De eigenlijke oorzaak kent men niet.
Verondersteld wordt, dat het bloed niet voldoende alkalisch is, om in den wand van de maag het zuur van het maagsap te neutraliseeren en daardoor een zelf-vertering van de maag optreedt. Het voornaamste verschijnsel is pijn, die erger wordt als vast voedsel wordt opgenomen, minder wordt bij vasten, verder bloedbraken (zie maagbloeding), last van „zuur”, maag,,branden”, hoofdpijn, duizeligheid, rugpijn, slapte.Onder goede behandeling geneest de aandoening met een litteeken, dat echter nog meer te vreezen is dan de M. zelf, daar bij het genezen een zenuwtje in het litteeken beklemd kan raken en oorzaak kan zijn van blijvende pijn. Vandaar, dat men tracht M. operatief te genezen, door de zweer uit te snijden. De zweer kan den maagwand ook zoo verdunnen, dat deze doorbreekt en de maaginhoud in de buikholte terecht komt en er een meestal doodelijke buikvliesontsteking bewerkt. De maagwand rondom de zweer geraakt in reactieve ontsteking, die zich op de buitenvlakte van de maag kan voortzetten en tot vergroeiingen aanleiding kan geven.
Bij de behandeling staan onthouding van voedsel in het eerst en regeling van het diëet later op den voorgrond.