italiaansch kardinaal en staatsman, geb. 6 Jan. 1832 te Genzano, neef van den pauselijken minister van publieke werken Camillo J. (geb. 1791, overl. 1854), was secretaris van de congregatie der propaganda en van de congregatie der oostersche riten, werd 1862 tot huisprelaat en 1869 tot •onder-staatssecretaris benoemd, en ging in 1874 tot aartsbisschop van Saloniki in partibus infidelium verheven, als nuntius naar Weenen; hij slaagde er hier in ieder conflict tusschen den heiligen stoel en het oostenrijksche gouvernement te voorkomen. In 1879 kreeg hij den kardinaalshoed en in 1880 werd hij benoemd tot staatssecretaris van de pauselijke curie.
Door het aanbod van de pauselijke hulp in den strijd tegen het socialisme, slaagde hij erin de pruisische regeering den kultuurstrijd te doen opgeven. J. overl. 28 Febr. 1887 te Rome.