Gepubliceerd op 17-02-2021

Lorenz heister

betekenis & definitie

duitsch heelkundige, geb. te Frankfort a/M. 19 Sept. 1683, studeerde te Giessen, Wetzlar, Amsterdam en Leiden in de medicijnen, beoefende daarbij de heelkunde ook in de veldlazaretten praktisch, en verwierf den doctorstitel te Harderwijk in 1708. Na te Amsterdam met Ruysch onderwijs in de ontleedkunde gegeven te hebben, werd hij in 1709 dirigeerend officier van gezondheid bij het hollandsche leger, als hoedanig hij bij de belegering van Doornik en Bergen in Henegouwen en na den slag van Malplaquet als heelkundige uitblonk.

In 1740 ondernam hij een wetenschappelijke reis naar Engeland, werd professor in de ontleed- en heelkunde te Altdorf en in 1728 te Helmstedt, en overl. aldaar 18 April 1758. H. is als de grondlegger der nieuwere heelkunde te beschouwen. Behalve door een tal van belangrijke verhandelingen en heelkundige werken, is hij vooral beroemd door zijn in de meeste europeesche talen overgezet hoofdwerk: Chirurgie (Neurenb. 1719, 6de uitg. 1779, lat. overz., 2 dln. Amst. 1739 en 1750).

< >