Gepubliceerd op 29-01-2021

Leonhard euler

betekenis & definitie

Wiskundige, geb. 15 April 1707 te Bazel, studeerde aldaar onder Joh. Bernouilli (zie ald.), vergezelde de Bernouilli’s naar Petersburg, kreeg in 1730 een professoraat in de physiek, en in 1733 een betrekking aan de akademie; in 1741 aanvaardde hij de hem door Frederik den Grooten aangeboden post van leeraar in de mathematische wetenschappen aan de Akademie der Wetenschappen te Berlijn, keerde echter in 1766 naar Petersburg terug, werd kort daarop blind, en overl. te Petersburg, 18 Sept. 1783, als directeur van de mathematische klasse der Akademie aldaar. Zijn onderzoekingen strekken zich uit over de voornaamste vraagstukken aangaande het wereldsysteem, alsmede over allerlei problemen der natuurkunde. In zijn Lettres a une prineenne d'Allemagne sur dirers siijetn de physique et de philosophie (3 dln. Petersb. 1768—72) heeft hij een voorbeeld van populaire behandeling van wetenschappelijke onderwerpen gegeven; in Théorie complete de la cnmtruction et de la manoeuvre des vaisseaux (Petersb. 1773) paste hij de wiskunde op den bouw en het besturen van schepen toe. Van zijn talrijke wiskundige geschriften moeten vermeld: Theoria rnotuum planetarum et cometarum (Berl, 1741), Introduetio in anahjsin infinitorum i Lausanne 1748), Institutiones calculi differentialis (Petersb. 1755 en 1804, zijn hoofdwerk), Mechanica sive motus scientia analytice exposita (Petersb. 1736), Institutiones calculi integralis (Petersb. 1768—94), Anleituny zur Algebra (Petersb. 1770), Dioptrica (Petersb. 1769—71), Opuscula analytica (1783—85). Zijn Correspondance (2 dln. Petersb. 1843) werd door P. H. Fuss in het licht gegeven.

< >