sultan van het rijk Iconium, werd bij den dood van zijn vader Soliman (1082) uit zijn staten verdreven en begaf zich naar Melik-Sjah, sultan in Perzië, die hem tien jaar lang gevangen hield. Toen deze overleed keerde hij naar Klein-Azië terug, waar hij den vaderlijken troon besteeg en gelukkige oorlogen voerde tegen de Byzantijnen.
De 1ste kruistocht onderbrak evenwel die oorlogen: Nicea werd door de christenen heroverd en bij Doryleum K. geheel verslagen. Doch een leger van Denen onder bevel van prins Swen, dat door de staten trok, vermocht hij te vernietigen, Mossoel te veroveren en zich onafhankelijk van den sultan in Perzië te verklaren. In een nieuwen krijg tegen de Byzantijnen was hij echter niet voorspoedig, zoodat keizer Alexius I Comnenus hem eenige steden ontweldigde. K. sneuvelde toen hij Djaveli, emir van Edessa, zijn vasal, slag leverde, 1107.