Gepubliceerd op 23-02-2021

Jutland

betekenis & definitie

het vastelandgedeelte van Denemarken (zie ald.), 25.265 km.2 groot, in 1901 met 1.061.904 inw. In de oudste tijden zouden de Cimbren in J. gewoond hebben.

Later vestigde er zich een deensche stam, de Jutten, die oorspronkelijk niet zoo heetten, maar dien naam overnamen van een angelsaksischen volksstam, dien zij in deze streken vonden (zie Ingaevonen).