Gepubliceerd op 23-02-2021

Justitie

betekenis & definitie

gerechtigheid, rechtsspraak, rechtswezen. Het ministerie of departement van justitie vormt de rechtsprekende overheid, het besturend college van het justitieel (op het rechtswezen betrekking hebbend) beheer waaronder hier te lande ressorteeren het rechtswezen, de rijkspolitie, het bureau voor den industrieelen eigendom, de notarissen, het gevangeniswezen (zie deze onderwerpen).

Sinds de oprichting van het koninkrijk der Nederlanden, waren minister van justitie (de achter de namen staande datum is die van het in functie treden):C. F. van Maanen, 16 Sept. 1815;
F. W. F. Th. baron van Pallandt van Keppel, ad interim 3 Sept. 1830;
C. F. van Maanen, 5 Oct. 1830;
F. A. van Hall, 1 April 1842;
M. W. de Jonge van Campensnieuwland, tijdelijk 7 Maart 1844; minister 1 Aug. 1844;
D. Donker Curtius', tijdelijk 19 Maart 1848, minister 21 Nov. 1848;
H. L. Wichers, 4 Juni 1849;
L. A. Lightenvelt, tijdelijk 25 Aug. 1849;
J. Th. H. N. Nedermeijer ridder van Rosenthal, 1 Nov. 1849;
D. Donker Curtius, 19 April 1853;
J. J. L. van der Brugghen, 1 Juli 1856;
C. H. B. Boot, 18 Maart 1858;
J. A. Mutsaers, tijdelijk 23 Febr. 1860;
M. H. Godefroi, 9 Maart 1860;
N. Olivier, 1 Febr. 1862;
C. J. Pické, 10 Febr. 1866;
E. J. H. Borret, 1 Juni 1866;
J. Heemskerk Az., tijdelijk 9 Nov. 1867;
W. Wintgens, 4 Jan. 1868;
F. G. R. H. van Lilaar, 4 Juni 1868;
J. A. Jolles, 4 Jan. 1871;
G. de Vries Az., 6 Juli 1872;
C. Th. baron van Lynden van Sandenburg, 27 Aug. 1874;
H. J. Smidt, 3 Nov. 1877;
A. E. J. Modderman, 20 Aug. 1879;
M. W. baron du Tour van Bellinchave, 23 April 1883;
G. L. M. H. Ruys van Beerenbroek, 21 April 1888;
H. J. Smidt, 21 Aug. 1891;
W. van der Kaay, 9 Mei 1894;
P. W. A. Cort van der Linden, 27 Juil 1897;
J. A. Loeff, 1 Aug. 1901.