Gepubliceerd op 23-02-2021

Johannes hooykaas herderscheê

betekenis & definitie

nederlandsch schrijver, geb. 20 Sept. 1822 te Dokkum, studeerde te Leiden in de godgeleerdheid, was predikant te Kamperveen, Edam en Nijmegen, nam in 1883 zijn emeritaat, en overl. 15 Maart 1885 te Sint-Anna bij Nijmegen. Hij schreef onder meer: De christen bij zijne dooden (Nijm. 1853), Verhalen uit het Oude testament bijeengebracht (Nijm. 1884), Bloemlezing uit de godsdienstige geschriften der Israëlieten (Nijm. 1876), verder heeft men van hem artikelen in prot.-godsdienstige tijdschriften, als „Nieuw en Oud” (waarvan hij 1860—71 redacteur was), „Bibliotheek van Moderne theologie”, „Godsdienstig Album”, „Het Morgenlicht”, „De Hervorming” enz., alsmede in druk verschenen lezingen, toespraken en leerredenen, en eenige godgeleerde strijdschriften.

< >