Gepubliceerd op 18-03-2021

Joan hendrik regenbogen

betekenis & definitie

nederlandsch godgeleerde, 1769—1814, hoogleeraar in de godgeleerdheid te Franeker en later in de geschiedenis te Leiden; schreef, behalve prijsverhandelingen voor het Haagsche Genootschap, een Verdediging van den geopenbaarden godsdienst (2 dln., Franeker 1803) en Christelyke godgeleerdheid naar de behoeften van dezen tijd (Workum 1811). Als geschiedkundige heeft hij zich vooral doen kennen door een lat. verhandeling over de gevolgen der kruistochten.

< >