in de grieksche mythologie koning der Lapithen in Thessalië, zoon van Phlegyas of van Antion (of ook wel van Ares), huwde met Dia, de dochter van Deïoneus; hij beloofde zijn schoonvader rijke bruidsgeschenken, doch hield zijn woord niet en wierp Deïoneus, toen deze de vervulling der belofte eischte en Ixions paarden in onderpand nam, in een met brandende kolen gevulden kuil. Daarop werd I. met waanzin geslagen, en, nadat hij tevergeefs góden en menschen om vergiffenis gesmeekt had, eindelijk door Zeus van zijn bloedschuld gezuiverd en zelfs aan de tafel der góden genoodigd.
Doch nu ontvlamde hij in hartstocht voor Hera; deze gaf hem evenwel een wolk (Nephele) in de armen en uit deze omhelzing ontstonden de Centauren (of Centaurus). Tot straf liet Zeus I. met slangen op een gloeiend rad vastbinden, dat voortdurend om de aarde rolt. Volgens een latere sage werd hij met zijn rad in de onderwereld geplaatst.
