leverbloem, onderafdeeling van het plantengeslacht Anemone uit de familie der Ranuneulaceeën; de hiertoe behoorende soorten onderscheiden zich van de anemonen door het voorhanden zijn van een driebladig, schijnbaar den kelk voorstellend omwindsel. De bekendste soort, H. triloba DC. (Anemone hepatica L.), over geheel Europa verbreid en een gezochte sierplant, vormt een uit fraaie, drielobbige, langgesteelde, glanzende bladen bestaand bosje, uit welks midden vroeg in het voorjaar talrijke, langgesteelde, 6—9-bladige, stervormige blauwe, witte of rosé bloemen opschieten.
De bloemkweekerijen brengen verscheidene variëteiten in den handel, als H. triloba fl. rubro, roodbloeiende variëteit, H. triloba fl. rubro pleno, dubbele roodbloeiende variëteit, enz. Wel de fraaiste soort is H. angulosa Lam., met zeer groote helderblauwe bloemen en lobbig ingesneden driedeelige bladen. Beide soorten worden door deeling van den wortelstok vermenigvuldigd, doch deze kunstbewerking kan slechts om de vier of vijf jaren worden toegepast. Zij gedijen het best op beschaduwde plaatsen in eenigszins vochtigen bodem.