Gepubliceerd op 29-01-2021

Gemmen

betekenis & definitie

Kunstig gesneden edelgesteenten Reeds in de hoogste oudheid hield men zich met de kunst bezig zulke edele steenen te polijsten en te graveeren; van Indië en Egypte kwamen zij naar Voor-Azië en Griekenland, waar zij tot een hoogen trap van volkomenheid werden gebracht. De gesneden steenen moesten bij de Ouden de plaats vervangen van koperen gegraveerde platen, van zegelringen, van houtsneeplaten enz. Men was gewoon d. mooiste gesteenten, die de grootste verscheidenheid van kleuren vertoonden en daarenboven weinig hard waren, te kiezen, inzonderheid agaat, amethyst, kornalijn, jaspis, onyx, minder smaragd, topaas, het minst diamant (adamas) en robijn. De bewerking, gelijk zij bij de Ouden beschreven wordt gevonden, o.a. bij Plinius, yerschilt weinig van de in latere tijden gevolgde. Nadat de polijster (politor) den steen bewerkt had, nam de steensnijder (sculptor, cavarius, calptor) hem onder handen en bearbeidde hem met ijzeren instrumenten, bestreken met naxisch zand' en olie, nu eens rond van vorm, dan weer spits of boorvormig, soms ook met een in ijzer gevatte diamantstift. Het is onzeker of de kunstenaars zich daarbij van vergrootglazen bedienden. Het meest werden de steenen tot ringen bewerkt. In dit geval leverde de steensnijder ze aan den goudsmid (aurifex, annularius), die ze dan zette. De figuren werden er hetzij diep ingesneden (gemmae insculptae, intaglio’s), of op de oppervlakte verheven (exsculptae. cameo’>. hetzij alleen of vereenigd, achter of naast elkander (capita jugata) of naar elkaar toe (adversa), of van elkaar afgewend (aversa). De eerste werden vooral als zegelringen, de laatste tot sieraad gebruikt. De ring heette annulus, de kunstenaars die ze bearbeidden scalptores annulorum, of annularii. Nadat Sulla, Lueullus, Pompejus en a. verzamelingen van fraai gesneden steenen uit Griekenland en Klein-Azië naar Rome gebracht hadden, ontwaakte ook hier de liefhebberij daarvoor, en Sulla’s stiefzoon Scaurus, Pompejus zelf, Caesar en a. legden zulke verzamelingen aan, zonder dat Rome evenwel ooit uitstekende kunstenaars in dat vak voortbracht. Insgelijks ging ook, toen deze kunst van het hof der Ptolemaeussen naar dat van Augustus verhuisde, voor wien Dioscurides werkte, veel van de zuiverheid en schoonheid van haren stijl verloren en nam daarvoor een eigenaardigen romeinschen stempel aan. Van alle gedenkteekenen der kunst zijn van deze soort de talrijkste tot ons gekomen; zij begonnen echter eerst zich te vermenigvuldigden, toen de grootsche en krachtige kunststijl begon te verflauwen. Ook in dit opzicht hebben de gesneden steenen veel overeenkomst met de epigrammen der grieksche anthologie, en beiden kunnen dienen om elkaar wederkeerig op te helderen. De eerste erkende meester in het steensnijden was Pyrgoteles, wien alleen het vergund was om Alexanders beeltenis in steen te snijden; doch het toppunt der kunst werd bereikt in den cameo Gonzaga, thans in bezit van den russischen keizer, het borstbeeld vertoonend van Ptolemeus Philadelphus en zijn . vrouw en zuster Arsinoë. Een ander voortreffelijk kunstgewrocht van dezen a.ard is een sardonix uit den eersten tijd der romeinsche keizers, die door de tempeliers naar Europa gebracht, op het einde der 16de eeuw in Frankrijk teruggevonden en door keizer Rudolf voor 1200 dukaten aangekocht werd en zich sinds in de verzameling van oudheden te Weenen bevindt. Minder schoon en kostbaar is een tiberiaansche agaat te Parijs, voorzien van 25 figuren, voorstellende de familie van Augustus en de door hem overwonnen volken, dien graaf Boudewijn van Vlaanderen uit de byzantijnsche keizerlijke schatkamer aan den heiligen Lodewijk vereerde. Deze beiden zijn echter van al de ons bekende gesneden steenen de grootste. Een agaatonyx, vroeger in het hertogelijk museum te Brunswijk, 12 figuren in 3 velden bevattende, heeft waarschijnlijk betrekking op de mysteriën van Dionysus en Demeter. Een steen van Michel Angelo met een landelijk tooneel (een wijnoogst) kan moeilijk tot de oudheid gerekend worden. Ook had men gemmae astriferae met de sterrenbeelden van den geboortedag, die men als amuletten om den hals droeg.

< >