Gepubliceerd op 28-02-2021

Frederik wilhelm van otter

betekenis & definitie

(vrijheer) zweedsch admiraal, geb. 11 April 1833 in Westergötland, ging 1850 bij de marine, diende 1857—61 op de engelsche vloot, was 1868 gezagvoerder op het schip Sophia van de noordpool-expeditie van Nordenskiöld, 1874—80 in Zweden minister van marine, kreeg in 1900 den rang van admiraal en werd hetzelfde jaar tot minister-president benoemd; het gelukte hem, den oefentijd verlengd te krijgen van 90 dagen tot 8—12 maanden; deed ook een poging om het kiesrechtvraagstuk op te lossen, en trad toen hij daarin niet slaagde, 5 Juli 1902 af; neemt sinds alleen nog als lid der Eerste kamer deel aan de politiek.

< >