Gepubliceerd op 23-02-2021

Egbert broer kielstra

betekenis & definitie

nederlandsch genie-officier en schrijver, geb. 6 Maart 1844 te Leeuwarden; opgeleid te Breda, diende 1862—82 in Indië, waar hij van 2den luitenant opklom tot majoor; 1884 op verzoek gepensioneerd; zat 1884—88 voor Dokkum en 1891—94 voor Lochem in de Tweede kamer; werd 1894 benoemd tot gouvernements-commissaris bij de Nederl.-Ind. spoorwegmaatsch.; is bestuurslid van allerlei indische instellingen en genootschappen, mede-redacteur van het tijdschrift „Onze eeuw”; schreef een menigte verhandelingen op indisch militair, geschiedkundig en staatkundig gebied, voor het meerendeel opgenomen in het „Indische militaire tijdschrift” (in 1870 door hem opgericht en 9 jaren lang geredigeerd), in de „Bijdragen voor taal-, land- en volkenkunde”, in „De Gids”, „De Indische Gids”, „Vragen des Tijds”, „Tijdspiegel”, in het „Handelsblad”, enz. Afzonderlijk verscheen o. a.: Beschrijving van den Atjeh-oorlog tot 1881 (3 dln., met kaarten).

< >