Gepubliceerd op 20-01-2021

Dnjestr

betekenis & definitie

in de oudheid Tyras, sinds de 4llc eeuw n. Chr. Danastris, turksch Turla. Rivier in z o. Europa, ontspringt in het district Sambor v/h oostenrijksch-hongaarsche land Galicië, aan de noordhelling der Karpaten, niet ver van de bronnen v/d San, loopt eerst n.o., daarna z.o., vormt tusschen de monding van de Onut (rechterzijrivier) en de Zbrucz (linkerzijrivier) de grensscheiding tusschen Galicië en Bessarabië, gaat vervolgens geheel op russiseh grondgebied over, vormt de grens tusschen Bessarabië eenerzijds en Podolië en Cherson anderzijds, een mondt uit in den Dnjestr-Liman, aan de noordkust v/d Zwarte zee; zij heeft met den Liman een loop van 1372 km., waarvan 478 in Galicië, 47 in het grensgebied en 847 in Rusland; haar stroomgebied bedraagt 76862 km2. (34100 in Galicië, 42762 in Rusland): de loop van de D is vol bochten, de gemiddelde breedte is 20 meter, de grootste diepte 6 meter; de oevers zijn rotsig; in het dal van de I). bevinden zich vele meren, die door het tweemaal ’s jaars, in het voorjaar en in Juli ofAug., intredende hoogwater worden gevormd ; de scheepvaart wordt belemmerd door de steenmassa’s en zandbanken waarmee de bedding bezet is; beneden Jampol treden pogoli, of stroomsnelten veroorzakende rotsklompen op, ongeveer gelijk aan die welke in de Dnjepr voorkomen; in de Dnjestr heeft men echter een vaargeul kunnen aanleggen, en de stoomscheepvaart begint reeds bij Chotin; de D. is bij Mohilew 291 dagen per jaar ijsvrij. Belangrijke nevenrivieren heeft zij slechts aan haar bovenloop : van rechts de Stryj, van links de Sereth.

< >