Gepubliceerd op 20-01-2021

Cottbus

betekenis & definitie

1) Landkreits (zonder de stad C.) van het pruisisch reg.-district Frankfurt, 835'/i km‘^, 60.000 inw., 1 stad, 95 landgemeenten.

2) Cottbus, stadkreits en hoofdplaats van den landkreits C., aan de te dezer plaatse 50 m. breede Spree, 36.000 inw.; Friedrich Wilhelmsgymnasium (in 1537 als latijnsche school gesticht), hoogere burgerschool, Augustasehool (hoogere burgerschool voor meisjes), handelsschool, 3 muziekscholen, enz., abattoir, gasverlichting, industrie (kamgaren- en wolspinnerij, tapijtfabrieken, brouwerijen, looierijen), handel, 4 km. van O het slot Branitz met groot park der familie Pückler. Keizer Hendrik I zou in 930 ter plaatse waar nu C. ligt een sterkte tegen de Wenden hebben aangelegd en daarmede aanleiding tot het ontstaan der stad C hebben gegeven; eerst in 1156 echter is C., onder den naam Chotibuz, in een oorkonde vermeld gevonden; in 1199 kwam de stad als leen van het bisdom Meiszen aan een frankisch geslacht, hetwelk haar in 1445, nadat zij in 1429 door de Hussiden was veroverd, aan keurvorst Frederik II van Brandenburg verkocht; in den 30- en 7-jarigen oorlog werd zij meermalen verwoest; jn 1806 kwam zij aan Saksen, in 1813 aan Pruisen.

< >