L. Plantengeslacht van de familie der Palmen, met 6 in tropisch Azië, vooral in Oost-Indië inheemsche soorten; zij hebben een soms hoogen, soms korten, mergrijken stam en doornige bladstelen; het langst bekend en het nuttigst is C. umbramlifera, de schermpalm; de 20—22 meter hooge, ongeveer overal even dikke stam draagt een bladerkroon van 10 — 13 meter doorsnede; de omstreeks 5 meter lange bladen hebben armsdikke bladstelen, van 2 meter lengte: in Oost-Indië worden deze bladen als dakbedekking gebruikt; de Malabaren schrijven er met ijzeren griffels op; de vruchten ter grootte van een kers, bevatten een harde, houtige steenkern, waaruit allerlei sieraden worden vervaardigd; het merg in den stam levert een slechte soort sago op; het hout is vast en hard.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk