De laatste der groote heidensche dichters, geh. te Alexandrië, kwam na een uitstekende opvoeding te hebben genoten in 395 n. Chr. te Rome, vond hier in den wandaal Stilicho een beschermer en vriend, leefde aan het hof van Honorius, kreeg allerlei hooge ambten en werd ook onder de patriciërs opgenomen; datums van geboorte en overlijden onbekend; waarschijnlijk echter heeft hij den val van Stilicho (108) niet overleefd; van zijn standbeeld op het Forum Trajanus te Rome is nog de inscriptie bewaard gebleven. Onder de latere romeinsche dichters munt C. uit door kracht en zuiverheid van taal, hoewel hij niet altijd rhetorische gezwollenheid en bloemrijkheid heeft weten te vermijden; van zijn werken zijn bewaard gebleven een onvoltooid heldendicht: Raptus Proserpinae, een gedicht getiteld De bello Giklonico, over de overwinning van keizer Honorius op een afrikaansch legerhoofd, een fragment van zijn Gigantomachia, voorts epigrammen, brieven, idyllen en lofdichten op Honorius en Stilicho. Hij schreef ook enkele historische werken van hooge geschiedkundige waarde.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk