Cirroteuthidae

betekenis & definitie

Weekdierfamilie van de klasse der Koppootigen, Cephalopoda, en van de orde der Tweekieuwigen, Dibranchiata, onderorde der Achtarmigen, Octopoda, met slechts eene bekende soort, Cirroteuthis Mülleri (Sciadephorus Retnh. en Prosch; Bostrirhoteuthis Agass.), die in de noordelijke poolzee bij de Groenlandsche kust leeft en van de overige achtarmige weekdieren afwijkt door de aanwezigheid van zijdelingsche rondachtige vinnen en van slechts een enkelen eileider, zoodat dit dier in dit opzicht met de Tienarmigen overeenstemt; aan de rugzijde bevindt zich een breede voor- en achterwaarts ingesneden kraakbeenige plaat, waarin men gemeend heeft een rugplaat of inwendige schelp te moeten erkennen; het geheele lichaam is week en kort; de mantel is tot over het grondvlak van den trechter met den kop vergroeid; de acht lange armen worden over hun geheele lengte door een huidvlies verbonden, zoodat zij tezamen een trechtervormig kopscherm daarstellen; op elk der armen staat een enkele rij van zuignappen, die van lange voeldraden of ranken (cirri) zijn voorzien.