engelsch schilder, geboren te Clerkenwell 1794, overl. te Londen 1859, ontleende vaak zijn onderwerpen aan de werken van Shakespeare, Scott, Cervantes en Molière. Van zijn werken maakten veel opgang: Roger van Coverley en de Heidens (1829), De lustige vrouwen van Windsor (1831), De bourgeois gentilhomme, die duelleert met zijn dienstmaagd (1841), Sancho Panza en de rector (1855), de portretten van Walter Scott en Charles Dickens.
Hij schreef een Handboek voor jonge schilders (1853) en Levensbijzonderheden van Constable (1845).