een 1869 door Hyatt te Newark (New Jersey, V. S.) het eerst vervaardigde stof, die na herhaaldelijk verbeteringen te hebben ondergaan, thans dient voor de vervaardiging van verscheidene artikelen, die vroeger van hoorn, caoutchouc, been; ivoor, koraal, enz. werden gemaakt.
Het bestaat uit een mengsel van nitrocellulose en kamfer. Het ongekleurde C. heeft liet aanzien van wit hoorn, is zwak doorschijnend en zeer elastisch, hard, bijna onbreekbaar en laat zich op dezelfde wijze als hoorn bewerken. Bij verwarming in kokend water kan het in eiken verlangden vorm gebracht worden en de verwarmde stukken laten zich door samendrukking vereenigen of met metalen verbinden. Hecht men U. bij een vlam aan, dan verbrandt het fel met verspreiding van kamfergeur, bij aanraking met een gloeiend lichaam gloeit het rustig weg. Hoewel het de bestanddeelen van schietkatoen in zich bevat (zie aldaar), is het gevaar voor ontploffing door de bereiding aanmerkelijk geringer geworden, maar blijft niettemin voorzichtigheid aanbevolen. Van C. worden thans o. a. vervaardigd billardballen, messenheften, kammen, kunstgebitten en allerlei galanterie-artikelen. In den laatsten tijd ook clichés voor de drukpers en waschgoed, boorden en manchetten.