Gepubliceerd op 20-01-2021

Boekdruk-inkt

betekenis & definitie

druk-inkt. De kleurstof, die in de drukkerijen gebruikt wordt om het papier te bedrukken; er bestaan hiervan een menigte soorten; in het algemeen is liet steeds een zeer taai, dikvloeibaaar olievernis, dat met zeer fijn verdeeld roet of met een andere koolsoort innig vermengd is.

Men bereidt deze inkten door lijnolie of noten-olie boven het vrije vuur in koperen ketels, die op de helft gevuld zijn, te verhitten tot boven de temperatuur dat daaruit dampen opstijgen. Om te onderzoeken of de verhitting lang genoeg is voortgezet, wordt een weinig olie uit den ketel genomen en op een koud bord gedaan; blijkt zij taai geworden te zijn, zoodat ze tusschen de vingers tot een draad kan worden uitgetrokken, dan is zij bruikbaar; in dezen toestand droogt zij gemakkelijk en snel; heeft de olie niet lang genoeg gekookt, dan vloeit de inkt op het papier, en dringen oliedeeltjes in de poriën van het papier en do letters krijgen olieachtige randen en geven bovendien af. De gekookte olie wordt met omstreeks 16% zwartsel aangewreven. Moet de inkt niet zwart zijn, maar een roode, blauwe of andere kleur hebben, dan wordt de gekookte olie met vermiljoen, parijseh blauw, indigo enz., vermengd. Voor steendrukwerk is een dikkere inktsoort noodig dan voor boekdrukwerk. De inkt voor koperdrukwerk bestaat uit een innig mengsel van laaie gekookte lijnolie met frankforter zwartsel (verkoolde wijnstokranken) of met zeer fijn oliezwartsel.