(Chloorkalk; fr. chlorure de chaux; dtscli. Bleiehpulver, Chlorkalk; eng. bleaching powder, chloride of lime) Een wit poeder, bestaande uit onderchlorigzure kalk, chloorcalcium en onontleed kalkhydraat; het bezit een bleekend vermogen en kan in water opgelost worden waarbij het overtollige kalkhydraat overblijft.
Het B. oefent niet onmiddellijk een bleekende werking uit, indien er niet tevens een zuur aan wordt toegevoegd:Cl2 O + 2HCl = 2Cl2 + H2O.
Het zuur kan hierbij vervangen worden door zinkvitriool of door zinkchloruur. In de fabrieken waar behalve B. ook soda bereid wordt, bezigt men voor de ohloorbereiding het mengsel van zwavelzuur en keukenzout, dat bij verhitting glauberzout leveren zou; dit mengsel wordt te dien einde met bruinsteen vermengd en verhit. In andere fabrieken bezigt men voor de ohloorbereiding een mengsel van bruinsteen en zoutzuur, of van bruinsteen, zoutzuur en zwavelzuur. In het eerstgenoemde geval worden als producten van de reactie glauberzout, zwavelzuur mangaanoxydule en chloor verkregen; in het tweede geval chloor, mangaanchloruur en water. Het chloor komt vervolgens in een vierkante ruimte, wier wanden uit baksteen, platen zandsteen of van lood zijn opgetrokken; bij gebruik van steensoorten voor deze kamers zijn de wanden met teer of wit asphaltvernis bedekt. Deze ruimte wordt door horizontale tusschenschotten in onderscheidene afdeelingen verdeeld; op den bodem van elk dezer afdeelingen wordt een laag poedervormige, gebluschte kalk van eenige cM. dikte uitgespreid.
Het chloorgas wordt snel en onder warmte-ontwikkeling door dit poeder opgeslorpt: bij hoogere temperatuur dan 18° C. ontstaat er chloorzure kalk, die geen bleekend vermogen bezit. Hoorden toevoer van chloorgas meer of minder langzaam te doen plaats hebben, houdt men de temperatuur in de kamers op de vereischte hoogte. Zoodra het chloor niet meer wordt opgenomen en de kalk dus verzadigd is, wordt de gevormde chloorkalk of het bleekpoeder uit de kamers genomen, waartoe in een der wanden openingen gelaten zijn, die echter gedurende de bewerking zijn afgesloten. Na het uitnemen der chloorkalk worden de toestellen tot chloorgasontwikkeling en de kamers opnieuw gevuld. De met chloor verzadigde kalk wordt in de fabrieken veelal met kalkhydraat verdund.
