Gepubliceerd op 20-01-2021

Benevento

betekenis & definitie

1) Provincie van Midden-Italië, benoorden het landschap Campanië, en omgeven door de provinciën Campobasso, Foggia, Avellino en Caserta; 1751½ km2, (of 2168), 248.000 inw.; zij is verdeeld in drie districten : B., Cerreto Sannita en San Bartolommeo in Galdo, met tezamen 73 gem. Het land wordt door de Napolitaansche Apennijnen doorloopen en is in het gebied der westelijke voorterrassen van dit gebergte vlak en vruchtbaar.

De voorn. rivier is de Calore, een zijrivier van de Volturno, met hare zijrivieren; B. voert rundvee, graan, azijn, olie, zuidvruchten, tabak en wildbraad uit. De spoorlijn die Napels en Caserta met Ariano en Foggia verbindt, en waaraan ook de hoofdstad B. is gelegen, doorloopt de prov. van west naar oost2) Hoofdstad der prov- B., op een hoogte tusschen de Sabato en de Calore, aan de spoorlijnen Concello-Avellino-B., enFoggiaNapels; zetel van het in 969 gestichte aartsbisdom B.; de stad bestaat uit nauwe onzindelijke en slecht of in het geheel niet geplaveide straten; 25.500 inw.; zij heeft een dom met vele kunstwerken, egyptische obelisken op verscheidene pleinen, meerdere fabrieken van gouden en zilveren voorwerpen, enz. Onder de overblijfselen uit de oudheid te B., waar bijna elke muur uit brokstukken van oude altaren, zuilen enz. bestaat, munt de in 114 na Chr. opgerichte triomf boog van Trajanus (15½ m. hoog) uit; deze draagt thans den naam van gouden poort (Porta aurea) en maakt een der stadspoorten uit. B. is het Maleventum der Samniten; de stad verkreeg na de hier door de Romeinen op Pyrrhus behaalde overwinning den naam van Beneventum; in de Punische oorlogen hield B. steeds de zijde van Rome, waarom Hannibal haar na zijn overwinning bij Cannae (216) aan zijn leger prijsgaf; onder keizer Augustus, Colonia Julia Augusta Felix geheeten, werd zij in 545 door Totilas verwoest, doch door Narses weder opgebouwd; tijdens de heerschappij der Longobarden was zij de hoofdplaats van een zelfstandig hertogdom, dat na den val van Desiderius zijn onafhankelijkheid tegen de Grieken en Karel den Groote handhaafde; in 840 splitste het hertogdom zich in de vorstendommen Benevento, Salerno, Napels en Capua; in 1049 werd B. pauselijk grondgebied (onder Leo IX); in den loop der volgende eeuwen werd de stad B. meermalen bezet, door de Noormannen, door Friedrich II, en door Manfred, die in 1266 onder hare muren sneuvelde, waarop zijn rijk te gronde ging; Alexander VI schonk het vorstendom B. in leen aan Juan Borgia; in 1527 werd liet door de Spanjaarden bezet; Napoleon schonk het met de stad aan minister Talleyrand, die daarop den titel van vorst van B. aannam; bij den vrede van 1815 werd het den paus teruggegeven. In de 11e en 12e eeuw werden hier een vijftal conciliën gehouden.

< >