1. Divisie der Noordwest-provinciën, Engelsch-Indië; 10 413 □ eng. mijlen, 5.380.000 inw.;
2. Hoofdpl der divisie en van het district B., de heiligste stad der Hindoes, gelegen onder 25° lS'/e’ N.B. en 83° 3’ O.L., amphitheatersgewijs aan den oever van den Ganges gebouwd, welke rivier hier éen soort haven vormt en al naar het jaargetijde tusschen 550 en 850 meter breed is. Een houten brug voor voetgangers, en een in 1888 voltooide spoorbrug verbinden de stad met den linkeroever. De het naast aan de rivier gelegen Hindoewijk vormt een waar doolhof van donkere, vuile, modderige en zeer nauwe straten, in welke het verkeer met voertuigen geheel onmogelijk is; de huizen in deze wijk hebben drie, vier, vijf en zelfs zes verdiepingen, zijn meest met koepeldaken gedekt, van torentjes voorzien, en grillig met fantastische planten-, dieren-, menschen- en goden-afbeeldingen beschilderd. B. is het middelpunt van den eeredienst van Mahadeo (sanskriet: Schiwa of Mahadewa); het getal tempels te B. aan deze godheid gewijd, beloopt bijna lUOO, en de hem gewijde stieren loopen nog vrijelijk door de straten rond, terwijl de voorheen in de Durga-tempels gehouden troepen apen door de bemoeiingen van de engelsche regeering grootendeels zijn verdwenen. Van de bijna 300 moskeeën is die van Aurangzeb, niet ver van den Ganges, ter plaatse van een verwoesten Hindoetempel gebouwd, een der voornaamste. De stad heeft 220.000 inw. (hindoes, mohamedanen, christenen). Onder de vele godsdienstige feesten die hier gehouden worden is dat van Ram-Lila het grootste, en dat van Diwali het schitterendste. Onder de bevolking bevinden zich meer dan 20.000 Brahmanen, een groot aantal bedelaars, landloopers, en door vuilheid onkenbare in lompen gehulde fakirs; ook houden zich in deze stad vele rijke, meestal bejaarde hindoes op, hetzij om er enkele jaren door te brengen, hetzij om er den dood af te wachten. Geliefkoosde verzamelplaatsen zijn voor de bevolking de naar het water van de rivier voerende trappen langs de kaden, die een onbeschrijfelijk bont en schilderachtig geheel opleveren. Om in het gezicht van den Ganges den laatsten adem uit te blazen laten vele doodzieken zich naar een geschikte plaats dragen. Op de kaden heeft ook lijkverbranding plaats. B. is nog steeds de zetel der Brahmaansche geleerdheid en wetenschap, hoewel Calcutta in den nieuweren tijd, vooral op het punt van de studie der Indische talen, met B. wedijvert. B., dat met spoorwegen met de grootste naburige steden verbonden is, is ook het centrum van een drukken handel en een bloeiende industrie. B. is een overoude stad; hier verkondigde Gautama Buddha het eerst zijn leer; in Sarnath, het oudste deel van B., bevinden zich nog belangwekkende buddhistische ruïnen; aan dit tijdvak herinnert ook nog de Lat-Bhairo, een gebroken zuil, die door Agoka opgericht zou zijn geworden. In 1194 werd B. door Mohamed Ghori veroverd en in 1529 onder Babar bij het rijk van Dehli ingelijfd; bij het verval van dit rijk in den aanvang der 17e eeuw, wierp vorst Nawwah-Wasir van Ghazipur zich tot gebieder van B. op; zijn kleinzoon stond zijn gebied in 1775 aan de East India Compagnie af, ongeveer tien jaren nadat dit lichaam de souvereiniteit over Bengalen had verkregen.