of Bellerophontes. Zoon van koning Glaucus van Corinthië en eigenlijk Hipponous geheeten.
Wegens een moord, gepleegd op den Corinthiër Bellerus, gedwongen de vlucht te nemen, begaf hij zich naar Argos, waar koning Proetus (Proitos) regeerde ; deze vorst ontving hem gastvrij; de koningin, Antea (Anteia), volgens anderen Stheneboia, vatte een hevige liefde voor B. op, waarvoor deze echter onverschillig bleef; hierover geraakt belasterde Antea hem bij haar gemaal, die hem nu naar zijn schoonvader, koning Iobates van Lycië, zond, met de in geheimschrift (teekenschrift) vervatte opdracht den brenger te dooden (vandaar de uitdrukking Bellerophonsbrief voor een soortgelijk geschrift). lobates, dit niet zelf willende doen, droeg hem eerst den strijd met hot vuurspuwend monster Chimaera (Chimaira) op; B. overwon het monster, met behulp van het gevleugelde paard Pegasus (Pegasos); daarna werd hij tegen de Solymers, en toen hij deze verslagen had tegen de Amazonen uitgezonden; van dezen kaatsten tocht terugkeerende versloeg hij de krijgslieden die door lobates in hinderlaag waren gelegd, om hem te vermoorden. lobates gaf hem alsnu zijn dochter Philinöe tot vrouw, die hem Isander, Hippolochus en Laodamia schonk. Volgens Euripides wreekte hij zich op Sthenaboia, door haar bij zich op het paard Pegasus te lokken en dit daarop in zee te doen springen. Later maakte hij zich bij de góden gehaat. Ares doodde Isander, Artemis Laodamia: de menschen ontwijkende, verteerd van nijd zwierf hij toen rond. Toen hij op zijn gevleugeld paard gezeten den hemel zocht te bestormen, deed Zeus het paard door een insect steken, waarop het dier woedend werd en zijn berijder afwierp, die lam en blind werd. B. werd te Corinthe als heros vereerd.
