Gepubliceerd op 19-01-2021

Basalt

betekenis & definitie

Een zwart, oogenschijnlijk dicht gesteente, dat tot de groep der kiezelzuurarme jongere eruptieve vormingen behoort. Het is mat en splitterig op de breuk; dichtheid ongeveer 3.

Op het oog volkomen homogeen, blijkt het bij microscopisch onderzoek te bestaan uit een aantal zeer verscheidene mineraalsoorten in kristalvorm, n.1. augiet, olivine en magneetijzer, vergezeld hetzij van triklinisch veldspaat (plagioklas), van nepheline, van leuciet of zeer zelden van melilith, waarom men plagioklas B., nepheline-B., leuciet-B., en melilith-B. onderscheidt. Al deze soorten zijn van vulkanischen oorsprong en voor het grootste deel tijdens de tertiaire periode uitgeworpen ; niettemin werken nog vele vulkanen, als de Etna en de Vesuvius, basaltachtige lava op, doch deze treedt niet op in koppen en kogels, als het geval is met die der tertiaire periode in het Zevengebergte, het Ertsgebergte, Ierland, Ijsland, Midden-Frankrijk, enz. Het B. vindt velerlei toepassing als bouwmateriaal.

< >