Gepubliceerd op 19-01-2021

Argonauta

betekenis & definitie

L. Weekdierengeslacht van de Fam. der Philonexidce; bij het mannetje ontbreekt een schelp en het is kleiner dan het wijfje; dit is voorzien van een dunwandige schelp, die bij de typische soort, Argonauta argo, Middell.

Zee, zoo dun is dat het dier den naam draagt van papiernautilus; het lichaam is afgerond, kop klein, voorzien van een langen, vooruitstekenden trechter; van de acht armen . zijn de beide rugarmen bij het wijfje tot vliezige plaatjes verbreed; haar kleur is dikwijls zeer fraai; de schelp bevat geen kamers, en het lichaam is er op geenerlei wijze mee vergroeid en heeft een geheel anderen vorm dan de schelpholte; het dier kan de schelp verlaten en eenigen tijd daarbuiten leven, de oogen zijn groot en puilen uit; de mannetjes hebben een waren, zich afscheidenden paringsarm, (de derde der linkerzijde, door Cuvier hecto'cotylus genoemd) waarvan het dier zich bij de paring bedient; aan het eind heeft deze arm een draadvormig aanhangsel; inwendig bevat hij een blaas, die het sperma opneemt; waarschijnlijk wordt bij de paring, waarbij beide sexen zich met uitgespreide armen aan elkander hechten, de met sperma gevulde hectocotylus-arm afgerukt, geraakt in de mantelholte van het wijfje en doet daar den dienst van roede; bij het mannetje stormt zich een nieuwe arm ter plaatse van den ouden. Behalve deze soort is de meest bekende Argonauta tuberculata, in den Indischen Oceaan; ook zijn enkele fossiele soorten, uit het tertiaire tijdvak, bekend

< >