Gepubliceerd op 19-01-2021

Antigone

betekenis & definitie

1) Dochter van. Oedipus bij zijn eigen moeder, Iocaste, die hem onbekend was; zij was een zuster van Eteocles en Polynices.

Zij vergezelde haren vader, toen deze na de ontdekking van zijn gruwelijk lot zich van het gezicht beroofd had, in ballingschap, totdat hij te Colonus bij Athene in een bosch der Eumeniden de rust van het graf had gevonden. In deze betrekking wordt zij door oude schrijvers vastgesteld als eene edele lijderes, vol opofferende kinderliefde. Later, toen haar beide broeders, in een tweegevecht om den vaderlijken troon, gevallen waren en de toen regeerende vorst van Thebe, Creon, broeder van Iocaste, verboden had om het lijk van Polynices, die in den strijd tegen zijn vaderland gevallen was, te begraven, trotseerde haar broederliefde het koninklijk bevel en de menschelijke geboden. Voor hare daad, om het onbegraven lijk haars broeders met stof te bedekken, werd zij wreedaardig in een onderaardsch hol opgesloten en stierf daar om den hongerdood te ontgaan door zelfmoord; haar verloofde, Haemon, zoon van Creon, benam zich op haar lijk het leven.2) Eene andere Antigone wordt vermeld als de vrouw van Pelèus en de moeder van Polydora; toen Astydamie haar vertelde dat Peleus haar had zoeken te verleiden, benam zij zich het leven.
3) A., dochter van koning Laomedon van Troje en zuster van Priamus.

< >