Gepubliceerd op 19-01-2021

Antibes

betekenis & definitie

(Antipolis) Versterkte hoofdplaats van het gelijknamig kanton (3 communes, 17.000 inw.). in het fransche dept. Alpes-Maritimes, arr. en 23 km. van Grasse, aan de Middell.

Zee, bij de golf van Jouan en aan de lijn Parijs—Lyon—Marseille—Nizza; van 400 tot 1244 zetel van een bisdom; de stad werd omstreeks 340 v. Chr. door Phoceeërs van Massilia (Marseille) gesticht, door de Romeinen vergroot en verfraaid, waarvan nog heden sporen worden aangetroffen in verschillende ruïnen, en op het einde der 9de eeuw door de Saraceenen geheel verwoest, in 1536 door de keizerlijken en in 1591 en 1592 door de Savoyaards genomen en door Hendrik IV versterkt; vruchteloos werd zij in 1746 door dg imperialisten belegerd, evenals in 1815 door de Oostenrijkers, 9200 inw.; vruchten, tabakplantages.

< >