of Karsteniet. Een mineraal, bestaande uit Watervrije zwavelzure kalk, CaSCh (41 % kalk, 59 % zwavelzuur); zijn kristallen belmoren tot het rhombische Stelsel, en bezitten drie verschillende elk op zichzelf volkomen kloof baarheidsrichtingen, die elkander rechthoekig snijden; het is doorgaans wit, door bitumineuse bestanddeelen soms blauw, grauw of roodachtig.
Het staat in een eigenaardige betrekking tot gips, inzoover het slechts in een zekere verhouding water heeft op te nemen om in dit mineraal te veranderen ; het onderscheidt er zich van door grootere hardheid en zwaarte; op plaatsen waar het anhydriet in groote massa optreedt, b.v. aan den zuidelijken rand van het Harzgebergte, bij Osterode, en bij Bex in Zwitserland, is de oppervlakte doorgaans tot een zekere diepte tot gips overgegaan. Eene fraaigekleurde verscheidenheid, die in Opper-ltalië bij Vulpino, en daarom vulpiniet geheeten, wordt gevonden, wordt veelvuldig voor beeldhouwwerk gebruikt. Het A. treedt voornamelijk op in het Liastijdvak en in de lagen van de triasformatie.
