zweedsch geschiedschrijver, geb. 1786, had te Stokholm een boekdrukkerij, die hij echter weldra aan zijn compagnon overliet, om zich geheel aan de bewerking van zijn Scenska Folkets Historici under Konungarna af Wasaatten (3 dln., Stockh. 1819—23) te wdjden. Daar hij dit werk op eene te groote schaal had opgezet, brak hij het met de erfvereeniging te Westeras (1544) af.
Na een tijdlang aan het statistisch archief te Stockholm werkzaam geweest te zijn, begon hij aan een nieuwe volledige geschiedenis van Zwreden, die onder den titel Svenska Folkets Historia fran aldstci HU nlirraremle Tider verscheen (dl. 1—5, Stockh. 1834—54, slechts tot het jaar 1319 reikende). Ook zijn Sveriges historici i sammandrag (dl. 1—3, Stockh. 1857—60) bleef onvoltooid. Deze gaat slechts tot Gustaaf I Wasa. De zweedsche academie bekroonde het eerste deel zijner Svenska Folkets Historia, zonder dat hij daarnaar gedongen had, met den hoogsten prijs. Terwijl hij bezig was met het voltooien van het zesde deel van zijn groot geschiedkundig werk, verraste de dood hem in 1862.