fransch staatsman, geb. te Parijs 1807, overl. te Fontenay-aux-Roses 1874; begon zijn staatkundige loopbaan als afgevaardigde voor Le Mans in 1841, protesteerde in 1848 tegen het regentschap der hertogin van Orleans, en eischte de benoeming van een voorloopig bewind. Dit kwam tot stand en L. ontving de portefeuille van binnenlandsche zaken.
Gedurende de bewogen dagen, welke nu volgden was hij afgevaardigde in de „Assemblee Constituante”, lid van het comité van uitvoering en candidaat voor het presidentschap, na zich met Lamartine heftig tegen de regeering van 15 Mei te hebben verzet. Nu begon L. gemeene zaak te maken met de omwentelingsgezinde^ verzette zich den 13den Juni 1849 tegen het wettige gezag, en moest om gevangenschap te ontgaan het land ontvluchten, terwijl het gerechtshof te Versailles hem bij verstek tot deportatie veroordeelde. In zijn ballingschap arbeidde hij met Mazzini aan het tot stand komen van een algemeene republiek; beschuldigd van deel genomen te hebben in een complot tegen het leven van den president Louis Napoleon Bonaparte werd hij andermaal tot deportatie veroordeeld. In 1870 kreeg hij verlof naar Frankrijk terug te keeren, waar hij sedert stil zijn dagen sleet, slechts enkele Kamerzittingen bijwonend, als afgevaardigde voor de Vaucluse zetelend aan de uiterste linkerzijde.