deensch beeldhouwer, geb. 19 Nov. 1770 op zee, tusschen Ijsland en Kopenhagen, was als kind zijn vader behulpzaam in het snijden van houten beelden voor schepen, en bezocht de kunstacademie te Kopenhagen, waar hij bij herhaling bekroond werd en eindelijk den groeten prijs won, waardoor hij in staat werd gesteld Italië te bezoeken.
Na 3 jaar gereed om naar ’t vaderland terug te keeren, werd zijn atelier door Sir Thomas Hope bezocht, wien de door T. vervaardigde Jason, die het gulden vlies verovert, zoo zeer trof, dat hij den kunstenaar hetzelfde beeld in marmer bestelde. Hij ontving nu van meerdere zijden bestellingen en ging voort met het scheppen van nieuwe kunstwerken. De intocht van Alexander den Gr. in Babel door hem voor Napoleon ontworpen, waarvan gipsafgietsels gemaakt werden, maakte zijn naam bekend door geheel Europa. In 1819 bezocht T. weder zijn vaderland, waar hij met de grootste eerbewijzen ontvangen en belast werd met de vervaardiging van een Christusbeeld, van een Johannes predikende in de woestijn en andere kunstwerken voor de slotkerk te Kopenhagen, die in aanbouw was; hij vervaardigde deze later te Rome; eenige ervan gelden als zijn meesterstukken. Na meerdere plaatsen van Duitschland bezocht te hebben, keerde hij in 1820 naar Rome terug. Tot zijn verdere kunstwerken behooren een monument voor paus Pius VIII, grafmonumenten (hertog van Leuchtenberg), standbeelden (Schiller te Stuttgart, Gutenberg te Mainz, keurvorst Maximiliaan I te Munchen), beelden (Adonis, Mercurius, Venus, de Hoop), reliëfs (Herfst, Winter).
In 1838 begaf hij zich weer naar Kopenhagen, waar hij, een korte reis naar Rome uitgezonderd, tot zijn dood leefde. Hij overleed 24 Maart 1844 tijdens het bijwonen van een tooneelvoorstelling. Zijn geheele kunstnalatenschap had hij vermaakt aan het museum zijner werken te Kopenhagen, dat in 1846 geopend werd. Groot is het aantal kunstwerken door T. vervaardigd.
Diep doorgedrongen in den geest der antieken, begaafd met een wonderbare gemakkelijkheid van uitvoering, met een buitengemeen scherp oog en met een even groote kloekheid als rijke phantasie, neemt hij een eerste plaats in onder de kunstenaars der 19de eeuw. Biogr. van Thiele (3 dln. 1852—56), die ook zijn werken in afbeelding (160 platen, 1832—34) uitgaf, Sigurd Müller (1890—93), Rosenberg (1896).
