Gepubliceerd op 17-02-2021

Albert hauck

betekenis & definitie

duitsch theoloog (luth.), geb. 9 Dec. 1845 in Mittelfranken, wérd in 1882 hoogleeraar te Erlangen, 1889 te Leipzig, en schreef: Tertullians Leben und Schriften (Erl. 1877), Die Bischofswahlen unter den Merowingern (1883), Kirchengeschichte Deutschlands (op 6 dln. berekend, dl. 1—3, Leipz. 1887—96, dl. 1 en 2 2de dr. 1898 en 1900); voor dezen laatsten arbeid werd hem in 1899 door de pruisische Akademie der Wissenschaften de Verdunprijs toegekend. Na het overlijden van Plitt in 1881 werd H. mederedacteur van de nieuwe bewerking van de Bealencyklopädie für prot.

Theologie und Kirche, welke hij na Herzog’s dood in 1883 alleen vervolgde (dl. 11—18, 2de dr. 1898 v.v.).

< >