(Finsch Ahvenanmaa) Groep van ongeveer 200 eilandjes en rotsen in den ingang der Bothnische Golf, tegenover de stad Abo, 10 mijlen van de Zweedsche kust en 5 van de Finsche. Een 80-tal dezer eilandjes is bewoond, tezamen 18.000bewoners, van Zweedsche afkomst; de bodem is vruchtbaar en levert goede oogsten; voorts zijn de bewoners koene zeelieden, visschers en jagers.
Het grootste dezer eilandjes, Aland, heeft een oppervl. van 475 km2, en is verdeeld in 6 kerspelen en heeft Mariehamn tot hoofdplaats. De A. beslaan tezamen een oppervl. van 1425 Km2. Deze eilanden gingen in den loop der tijden herhaaldelijk over van Zweden aan Rusland en omgekeerd. In 1717 werden de Zweden in een zeeslag bij Aland door de jeugdige Russische zeemacht verslagen. Door den vrede van Frederikshamn kwamen zij ten slotte met Finland aan Rusland. De strategische belangrijkheid dezer eilanden noopte Czaar Nicolaas I ze te versterken; de vesting Bomarsund werd 16 Aug. 1854 door de Engelsch-Fransche vloot onder Charles Napier en Baraguay d’Hilliers vernield.