Gepubliceerd op 20-01-2021

A. conan doyle

betekenis & definitie

Engelsch schrijver, neef v/d vorige, geb. te Edinburg, 1859, werd gedeeltelijk in Duitschland opgevoed, studeerde van 1876—80 in zijn geboorteplaats in de medicijnen, beoefende van 1882—90 de geneeskundige praktijk, en wijdde zich vervolgens geheel aan de letteren: zijn debuut was een artikel in „Chambers’s Journal”, in 1879; zijn eerste novellen waren The Captain of the Polestar (1887), A Study in Scarlet (1888), The mystery of Cloomber (1888), Micah Clarke (1889) en The White Company (1891); vooral zijn detectiveromans : The Adventures of Sherloch Holmes en The Memoirs of Sherloch Holmes (eerst in het „Strand Magazine” in boekvorm uitgegeven 1892 en 1893) deden hem een grooten kring van lezers vinden, ook buiten Engeland; latere novellen van D. zijn: The Refugees, The Red Lamp, The Starh-Munro Letters (1875), Rodney Stone (1896); The great Boer war (1900); vele zijner werken zijn gedramatiseerd. Bij de Verkiezingen van 1900 was hij de kandidaat der Unionisten in een der Edinburgsche distr., doch werd niet gekozen.

< >