(zelfstandig naamwoord)
[alg.] doelstelling, doel; doelgroep
- Wie heeft er dit keer zijn doelen weer niet gehaald?
- Met steeds meer prietpraatrubrieken richt mijn kwaliteitskrant zich op een nieuwe doelgroep.
[bedrijf] streefdoel, streefcijfer, streefgetal
- Door het jaarlijks verhogen van de streefcijfers loopt elke medewerker uiteindelijk tegen zijn eigen niveau van overspannenheid aan.
[mil.] doel, mikpunt, doelwit
- Het doelwit was de muntitieopslagplaats, maar de bom kwam op de kleuterschool terecht.