Werkwoorden vervoegen
targetten
Tegenwoordige tijd targetten
Ik target
Jij target
target jij?
U target
Hij/Zij/Het target
Wij targetten
Jullie targetten
Zij targetten
Verleden tijd van targetten
Ik targette
Jij/U targette
Hij/Zij/Het targette
Wij targetten
Jullie targetten
Zij targetten
Voltooid deelwoord van targetten
getarget
Tegenwoordig deelwoord van targetten
targettend