Wat is de betekenis van Target?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

target

(zelfstandig naamwoord) [alg.] doelstelling, doel; doelgroep - Wie heeft er dit keer zijn doelen weer niet gehaald? - Met steeds meer prietpraatrubrieken richt mijn kwaliteitskrant zich op een nieuwe doelgroep. [bedrijf] streefdoel, streefcijfer, streefgetal - Door het jaarlijks verhogen van de streefcijfers loopt elke medewerker uiteindelijk...

2024-04-25
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Target

target is de verkorte benaming van price target.

2024-04-25
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Target

Target - (Eng.) term gebruikt bij achtervolgingen, nl. de te volgen wagen of persoon (radiocode). Zie ook eyeball. Daarna concentreerde hij zich op de overige teams die Target volgden. - Jef Geeraerts, De zaak Alzheimer (1985) ​

2024-04-25
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Target

Streefgetal. Gesteld doel, als onderdeel van een bedrijfsbeleid.

2024-04-25
Financiële begrippenlijst

Aegon (2015)

Target

Target is Engels voor doel. Bij beleggen wordt met target het koersdoel van een aandeel bedoeld.

2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

target

→ diskgolf, urban golf

2024-04-25
Corporate Finance Lexicon

Boer & Croon (2007)

Target

De target is de (mogelijk of hopelijk) over te nemen onderneming.

2024-04-25
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

target

target - Engels jargon voor een bedrijf dat rijp is voor overname door een ander bedrijf. Wordt in meer algemene zin gebruikt om een doelstelling mee aan te geven.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Target

[Eng.] doel, streven; onze target is om volgend jaar zoveel te verkopen.