(werkwoord)
[alg.] scheuren, rossen
- Ik ga op mijn rosfiets lekker rossen door de bossen.
[sport] veldrijden; veldlopen
- Omdat hij wielerwedstrijden over de weg maar tam vond, is hij gaan veldrijden.
- Hardlopen op de baan is leuk, maar ik vind in rennen over zand en door modder helemaal het einde.
[WO2] oversteken, overvaren, overglippen
- In 1945 lukte het veel Engelse piloten via de Biesbosch over te varen naar het bevrijde zuiden.