Werkwoorden vervoegen
zekeren
Tegenwoordige tijd zeker
Ik zeker
Jij zekert
zeker jij?
U zekert
Hij/Zij/Het zekert
Wij zekeren
Jullie zekeren
Zij zekeren
Verleden tijd van zeker
Ik zekerde
Jij/U zekerde
Hij/Zij/Het zekerde
Wij zekerden
Jullie zekerden
Zij zekerden
Voltooid deelwoord van zeker
gezekerd
Tegenwoordig deelwoord van zeker
zekerend